Dart vakantie Sicilië 2012
‘On the road’-vakantie geboekt via Voigt Travel naar Sicilië: wild maar getemd;
Vertrek Den Haag: vrijdag 31 augustus 2012
Aankomst Alessandria/Genua: zaterdag 1 september 2012
Vertrek Genua: maandag 3 september 2012
Aankomst Palermo: dinsdag 4 september 2012
Vertrek Palermo: donderdag 13 september 2012
Aankomst Genua/Alessandria: 14 september 2012
Vertrek Alessandria: zaterdag 15 september 2012
Thuiskomst Den Haag: zondag 16 september 2012
Aantal gereden kilometers: ca. 1.300 km
Voorbereiding: bougies, rotor en verdelerkap vervangen; voor zijn nieuwe schijven (de oude waren zo dun als een mes – geen overbodige luxe, dus!), remblokken en remslangen gemonteerd. O ja, er gaat ongeveer een halve Dart aan onderdelen mee ook.
Sicilië per klassieker
Eerst had ik het plan aan alle kanten belicht. Geprobeerd het voor mezelf te visualiseren. Toen ik zeker wist dat het mogelijk moest zijn, was het geen gedachtespinsel meer. Wat is begonnen als een droom, begon nu serieuze vormen aan te nemen. We waren het algauw met elkaar eens: we gaan dit jaar met de Dart naar het eiland Sicilië! We gaan hier aan de hand van een roadbook de voor ons onbekende wegen van Sicilië verkennen. We trekken er twee weken voor uit en ik ga aan de slag met de voorbereidingen.
Drie maanden heb ik me op de reis voorbereid. Het was heerlijk om ermee bezig te zijn, vanaf de voorbereidingen, die bestonden uit: het uitzoeken en plannen van de reis, websites en reisgidsen bekijken op zoek naar leuke tourritten en highlights tot aan het wassen en poetsen van de Dart en uiteindelijk het inpakken van de koffers. Uiteraard is de Dart in topconditie! Voor deze rit houden we ons aan één afspraak: ontspanning en rust staan voorop: SLOW TRAVEL.
Het wordt een ontspannen trip. We gaan met de autoslaaptrein van ’s-Hertogenbosch naar Alessandria en vanaf Genua varen we per veerboot over naar Palermo. Een behoorlijk avontuur, vonden wij. We gaan aan iets heel bijzonders beginnen. Op Sicilië verblijven we meerdere dagen op verschillende locaties (3 locaties in totaal), waarmee telkens in- en uitpakken wordt voorkomen, dus tijd genoeg voor ontspanning.
Dag 1 (vrijdag)
Heenreis/autoslaaptrein – Slapend op vakantie
De afstand Den Haag – Genua is ongeveer 1.200 km. Al die snelwegkilometers, files en tolwegen vinden we doodvermoeiend en, niet te vergeten, de benzinekosten als je met een benzineslurpend monster op pad gaat. Ook ’s nachts rijden is geen optie. Maar toen we hoorden over de autoslaaptrein, kwam Sicilië opeens dichterbij. De naam zegt het al, de auto slaapt, maar wij ook. Zo bereiken we ons reisdoel ook, maar dan uitgeslapen en fitter.
De Dart moet wel aan bepaalde maximale afmetingen voldoen: hoogte: 1.71 m – breedte (dit hebben we even moeten nameten voor de zekerheid) max. 1.85 m (Dart is 1.70 m) – bodemvrijheid minimaal 11 cm. Makkie dus, voor onze kleinste (A-body) Amerikaan!
Alessandria – Noord-Italië expres
We vertrekken om 10.00 uur van Den Haag naar Den Bosch (109 km), het vertrekpunt van de autoslaaptreinen naar het zuiden (laadtijden 12.00 – 14.45 uur). Het lijkt daar een beetje op een grenspost van vroeger. Medewerk(sters) van Euro-Express Treincharter (EETC), allen met gele hesjes aan, verwelkomen ons. Na controle van de reispapieren en of we wel met de te voren aangemelde auto zijn gekomen, wordt het sein oké gegeven en mag de Dart op het perron geparkeerd worden. Dat is al bijzonder. De auto’s en motoren die op het onderdek een plekje toegewezen krijgen, worden eerst geladen. Dan krijg ik instructies van de beladers van de autotrein, deze hebben oranje hesjes aan, om de Dart de trein op te rijden. Cees mag meelopen, uiteraard met een geel hesje aan voor de veiligheid, om foto’s te maken. We houden onze handbagage voor de nacht apart. Na een kwartier staat de Dart op de trein en mag hij de komende 1.200 km genieten van de prachtigste vergezichten over uitgestrekte vlaktes, rivieren en zelfs bergen. En wacht maar wat hem daarna te wachten staat. Sicilië is mooi genoeg om veel in rond te toeren. De tijd die we over hebben tot vertrek, we hebben ons veel te vroeg bij de terminal gemeld, gaan we koffiedrinken en een Bossche Bol scoren bij banketbakkerij Jan de Groot (100 meter van het station), hangen we wat rond op het station in de buurt van de trein en zien we hoe de 8 autowagons achter de 7 personenwagens en 1 restaurantwagen gekoppeld wordt. De Euro-Express Autoslaaptrein bereikt zodoende een lengte van 470 meter. De trein vertrekt stipt op tijd (16.17 uur). Nadat de steward gecontroleerd heeft dat we in het goede gereserveerde rijtuig stappen, gaat de ontspannen reis beginnen. We hebben voor de meest luxe variant geopteerd. Dat betekent hier een driepersoonscoupé met een heerlijk bed en eigen sanitair. Op het tafeltje staan twee flesjes bubbelwijn en vanavond wacht ons een koningsmaal. We hebben een dinerreservering in de restaurantwagen geboekt. Een 3-gangen menu bereid door de treinkok gebruiken met steeds wisselent landschap (een traject parallel aan de Rijn), is al een belevenis op zich zelf. Mmm, la dolce vita begint al voordat we ook maar één kilometer in Italië gereden hebben. Na het diner is het restaurant Grand-Café, waar je onder het genot van een drankje verder kunt genieten van het voorbijschietende panoramische uitzicht. Maar wij vinden dat het bedtijd is geworden. De ervaring met ‘auto’ en ‘trein’ zijn goed, nu het deel ‘slaap’ nog. Onze steward komt ons helpen om onze coupé tot slaapvertrek om te toveren. We krijgen nog net geen nachtkusje, maar verder staat service hoog in het vaandel. We doezelen weg op het rustgevende ritme van de trein als die langs Koblenz en Basel rijdt. Af en toe schrik ik even wakker wanneer de wielen piepend en knarsend over een wissel denderen of wanneer een doffe dreun aangeeft dat de locomotief verwisseld is. Bij het ochtendgloren, als de zon opkomt boven het romantische Noord-Italiaanse land, is de reis bijna teneinde. We krijgen een ontbijtje en rond 9.50 uur komt de autoslaaptrein aan in Alessandria (reistijd ca. 17 uur). EETC overbrugt de 1180 km, volgens onze TomTom in 11 uur autorijden, zonder stops. Ik rijd de Dart van de autowagon af en nadat Cees is ingestapt kan het vervolg van onze reis beginnen. We ontdekken na het ‘ontschepen’ in Alessandria één van de grootste voordelen van de autoslaaptrein. We voelen ons zo fris als een hoentje en hebben puf genoeg om de reis te vervolgen naar Genua.
Als je met de trein in Alessandria arriveert, zet je daarmee voet op de rijke en stevige Piemontese bodem; stevig vanwege de Alpen die vooral delen van Valle d’Aosta kenmerken, maar tegelijk rijk aan historie in cultuursteden zoals Turijn, Genua en in het bijzonder Cinque Terre. De bewoners van Alessandria zijn blij met al die bezoekers uit Olanda. Alessandria is nu het vertrekpunt geworden in alle windrichtingen naar bestemmingen in Noord Italië via de Autostrada. Je vindt in deze streek strand, bergen, rivieren, heuvels en een eeuwenoude geschiedenis en traditie die overal tastbaar aanwezig is. We stoppen hier echter niet, maar rijden door naar ons hotel in Genua (87 km via de A26).
Heen- en terugreis: auto, 2-3 persoons Slaap Comfort Coupé, dinerreservering; totaal
€ 1.492,50.
Dag 2 – 3 (zaterdag/zondag)
Verblijf Genua (Ligurië) – Inleiding cruise reisdoel Genua
We hebben geen haast, immers de inscheping aan boord vindt pas maandagavond plaats. We verblijven 2 nachten in het schitterende 5-sterren hotel ‘Grand Hotel Savoia’ aan het Piazza Principe. Dit hotel is in 1897 gebouwd door de familie Fiorori en gerenoveerd in 2008. Het is gunstig gelegen in het historische centrum van Genua en op slechts 500 m van het bootstation. De Dart kan zolang terecht in de ondergrondse parkeergelegenheid. Bij de hoofdingang van het hotel staat een chauffeur die de auto voor ons kan parkeren in de parkeergarage. Heb ik dat? No way, dacht ik, ik rij zelf wel; hij mag bij mij instappen en de weg wijzen, zeg maar. Was ook geen probleem, gelukkig. Hij waagde zich er zelfs ook niet eens aan 🙂
Genua (Italiaans: Genova) telt ca. 600.000 inwoners en is de grootste havenstad van Italië en na Marseille de tweede haven aan de Middellandse Zee met het grootste middeleeuwse centrum in Europa en een rijke culturele geschiedenis. De ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus werd hier geboren. We bezoeken het oude centrum van Genua, wat zeker de moeite waard is, en lopen door haar fascinerende ‘carruggi’ ofwel kleine smalle straatjes, waar we heerlijk kunnen ronddwalen. We komen uit in de Via Garibaldi. Dé straat van Genua vanwege de fraaie herenhuizen en prachtige paleizen. Het is een smal straatje met prachtige voorbeelden van straataanleg in Italië. Ook lopen we alvast naar de passagiersterminals in de oude haven waar diverse cruiseschepen en veerboten liggen.
We hebben het ontzettend naar ons zin in dit warme en smaakvol ingerichte hotel en genieten van de Italiaanse gastvrijheid ook in de nabijgelegen Trattoria Genovese ‘Tralalêro’ waar we twee dagen lunchen en dineren. We krijgen zelfs op de laatste avond 2 flessen wijn cadeau! Als we maandagochtend na het ontbijt met onze bagage bij de receptie staan, een beetje verloren omdat we niet weten hoe we de dag verder moeten doorbrengen met een Dart die we nergens in de stad willen achterlaten op te kleine en overvolle parkeerplaatsen, brengt de vriendelijke receptionist uitkomst. De Dart mag nog in de garage blijven staan en onze bagage wordt veilig achter de balie neergezet, zodat we onszelf nog een paar uurtjes kunnen vermaken in Genua. We doden de tijd door een beetje in de oude haven, Porto Antico, rond te dwalen. Begin van de middag halen we de Dart en onze bagage op als we richting de grote haven willen rijden naar de cruise terminals. Alles gaat voorspoedig: we rijden de haven binnen en kunnen meteen inchecken waarbij we onze boardingcards ontvangen, waarop ons hutnummer vermeld staat. Onze passage wordt uitgevoerd door de rederij GRANDI NAVI VELOCI/Grimaldi Lines. Het wachten is nu op de boot: de ‘Excelsior’ (aankomsttijd: 17.00 uur, vertrektijd: 21.00 uur).
Dag 4 (maandag)
Inscheping Middellandse Zeepassage – Auto mee aan boord
Een passage naar het vulkaaneiland Sicilië wordt automatisch een echte ‘mini-cruise’; een zeereis van zo’n 21 uur. Het is iets over zeven als ik met de Dart de achterkleppen van de Excelsior oprijd. Hier in Italië gaat de in- en ontscheping allemaal via de achterzijde van het schip en op de gebruikelijke Italiaanse wijze, ongeordend. Ik parkeer de Dart op aanwijzing van een van de vele Italiaanse havenmedewerkers op een van de grote ‘cardecks’ (garage B). Ik ontvang daarbij een kaartje met een nummercode zodat ik mijn Dart weer bij aankomst terug kan vinden. Als de auto eenmaal staat, haal ik onze reistas eruit die ik voor aan boord heb gepakt. We mogen namelijk niet meer terug naar de auto als we eenmaal vertrokken zijn en zo hoeven we niet met die zware koffer te zeulen. Via een paar roltrappen kom ik bij de receptie terecht. Cees loopt via een aparte ingang aan de achterzijde van het schip aan boord. Overal staan stewards in rode jassen die in hun beste Engels de toeristen naar hun hut begeleiden. We vinden onze privé hut met douche/toilet op het bovendek (dek 7), een buitenhut. Blijkt ons uitzicht alleen geblokkeerd te zijn door een reddingsboot! We gaan op zoek naar het restaurant voor een hapje eten. We vinden aan boord diverse lounges, bars, boutique’s, een casino, een selfservice en een à-la-carte restaurant en ruime zonnedekken. Dit schijnt nogal te verschillen afhankelijk van het type schip. Echter gedurende het voor- en naseizoen worden verschillende faciliteiten aan boord beperkt aangeboden. In het restaurant kunnen we met euro’s betalen. Om 21.00 uur gaan de kleppen dicht en begint het water te kolken: we gaan eindelijk vertrekken.
Genieten en ontspannen op weg naar onze vakantiebestemming met de Dart veilig geparkeerd op het autodek! We genieten van een goede nachtrust.
Dag 5 – 13 (dinsdag t/m woensdag)
Aankomst en verblijf op Sicilië – Tour Agriturismo Classico – het eiland van de dromen, het Italië met een andere dimensie
Sicilië (officiële Italiaanse en Siciliaanse naam is Sicilia), de ‘voetbal’ op de punt van de Italiaanse laars, is een eiland en een autonome regio van Italië in de Middellandse Zee. Het ligt ten zuidwesten van de op het Italiaanse vasteland gelegen regio Calabria, en ten noordoosten van het Noord-Afrikaanse land Tunesië. De Oud-Griekse naam Trinakria betekent ‘het eiland met de drie punten’. Dit is tevens de naam van de vlag. Sicilië is groter dan de helft van Nederland (oppervlakte: 25.710 km²), de hoofdstad is Palermo en het hoogste punt is de Etna: 3.323 m.
We hebben ervoor gekozen in agriturismo’s te overnachten, gewoon, voor ’t sfeertje, en omdat je er ook eens een uurtje kunt verliezen bij een zwembad of op een binnenplaatsje.
We komen eind van de middag aan in de haven van de hoofdstad Palermo. Palermo heeft als bijnaam Città Felice en het ziet er, voor wat betreft het klimaat en de ligging, inderdaad uit als een ‘vrolijke stad’. Als je de stad zo vanaf zee nadert wijken de twee landtongen om de koepels en torens van de stad te tonen die door de glooiende heuvels worden beschermd. Zodra we van boord rijden en het haventerrein verlaten belanden we direct in het chaotische stadverkeer van Palermo. Hier vind je chaos en herrie. We manoeuvreren de Dart door het hectische straatbeeld en over chaotische kruispunten. We kijken met verbijstering naar dit tafereel om ons heen en zitten rustig het rijgedrag van de Palermitanen te observeren. Het autorijden hier is een beetje anders dan wat wij gewend zijn. Het asfalt wordt optimaal benut, 3 of 4 auto’s rijden naast elkaar op twee rijstroken; ze komen links en rechts voorbij, desnoods over de stoeprand; tenauwernood tot op enkele centimeters afstand van de voorschermen van de Dart rijden ze op om maar voor te dringen. Verkeersregels en borden blijken niet altijd voor iedereen dezelfde betekenis te hebben en de claxon weet men goed te gebruiken. Autorijden is er alleen weggelegd voor de lokale bevolking en heel dappere lieden. We vervolgen dan ook héél dapper onze weg elk gaatje benuttend om een stukje vooruit te komen. Dan eindelijk rijden we de snelweg op richting Tusa.
Hoeve Poggio Aureo nabij Tusa – 3 nachten – noordelijk Sicilië
Op zo’n 2 uur rijden van Palermo, ligt deze kleine agriturismo hoog boven de kust met een werkelijk adembenemend uitzicht over de Middellandse Zee. Een fantastische locatie: aan één kant de azuurblauwe zee en aan de andere kant de toppen van het Madonie-gebergte en het bergdorpje Tusa. De hoeve bestaat uit een klein landgoed op ruim 250 m boven zee. In het hoofdgebouw is het restaurant, waar regionale gerechten geserveerd worden, met daarboven de woning van de eigenaar. Met maar 8 gastenverblijven, een kapel en een mooi zwembad is het dé ideale plek voor de broodnodige rust. Stilte met panoramisch uitzicht vindt je hier de gehele dag en toch ben je binnen 10 minuten op de autoweg.
We komen hier in het donker om 20.00 uur ’s avonds binnenrollen. We worden hartelijk ontvangen en kunnen meteen aanschuiven in het restaurant voor eerst een hapje eten. Daarna rollen we ons bed in.
De volgende morgen na het ontbijt gaan we de boel een beetje verkennen en hangen we wat bij het zwembad rond of maken een wandeling in de omgeving. Vandaag gebruiken we de dag om maar eens te acclimatiseren, niets te doen, eigenlijk. Die rust wordt Cees een beetje te veel. Hij krijgt te veel tijd om na te denken. Hij bedenkt zich ineens dat hij over 3 jaar 50 wordt … 🙂 Vervolgens loopt hij uit frustratie al weer met een spuitbus WD40 in zijn handen rond (het bed kraakt ontzettend namelijk) en voordat hij een rondje om het huis gaat lopen op zoek naar meer klussen … tijd dus, voor een rondje rijden met de Dart morgen.
De volgende dag willen we het natuurgebied Parco delle Madonie gaan verkennen, althans dat was het idee, maar de TomTom gooit roet in het eten wanneer ‘ie het verdomd om op te starten. Halverwege de middag, na een hele zoekpartij naar een piepklein SD-kaartje dat uit de TomTom moet zijn gevallen waarbij ook de Dart zowat ondersteboven is gekeerd, en na een ingenieuze brainwave van Cees (de TomTom vroeg om een kaart waarna Cees zijn mini SD-kaartje van zijn telefoon erin heeft gestopt en toen hij die weer verwijderde resette het hele systeem zich) begon de navi weer tot leven te komen. We stappen meteen in de Dart om nog een rondje te gaan rijden in de omgeving. We rijden eerst maar eens door het heuvelachtige landschap naar het mooie hooggelegen Tusa dat wat meer landinwaarts is gelegen. De luidbrullende V8 doet ons daarbij groot genoegen; een geluid ‘that starts eartquakes’. Menigeen moet denken dat het de Etna is die rommelt in de verte, als wij langsrijden.
Op Sicilië zijn routes over autosnelwegen en provinciale hoofdwegen met groene respectievelijk blauwe borden aangegeven. De hoofdwegen zijn in prima staat en de meeste autowegen zijn (veelal) tolvrij. Deze autowegen behoren tot de minst gebruikte snelwegen van Europa, files zijn zeldzaam. De maximale snelheid op doorgaande wegen bedraagt 90 km/u, op snelwegen – afhankelijk van de cilinderinhoud – 110 en 130 km/u (als je een motor hebt met een inhoud van meer dan 1100 cc (= 1,1 liter motor), mag je dus harder). Nou, dat redden we wel met een bijna 5 liter motor!
Wij zoeken voornamelijk de secundaire wegen op en dan kan je zomaar op een kudde overstekende schapen stuiten of moet je allert zijn op grote gaten en hobbels in het wegdek. Dat is soms flink stuiteren in onze wagen met het comfort van een betonmolen (we hebben achter de hyjackers lekker hoog opgepompt voor een sportief uiterlijk). De berm groeit vaak over de weg heen, en dat maakt een heel leuk landelijk sfeertje. We genieten van het landschap.
Landgoed Gigliotto 10 km ten zuiden van Piazza Armerina – 3 nachten – centraal Sicilië
Precies in het hartje van Sicilië en omgeven door olijfbomen en wijngaarden staat deze schitterende wijnboerderij. Het landgoed Gigliotto bestaat uit een grote, geheel ommuurde binnenplaats (= baglio) waaraan naast enkele kamers en de receptie, ook het restaurant zich bevinden. Dit, tot wijnboerderij omgebouwd voormalig klooster, is een prachtige locatie in de heuvelachtige streek precies tussen oude steden Piazza Armerina en Caltagirone. Typische streekgerechten met eigen wijnen worden geserveerd in het sfeer-volle restaurant. Zowel de wijn als de vaak biologische produkten worden zelf verbouwd. We kunnen ook hier gebruik maken van een schitterend zwembad met zonneterras. Onze kamer is helemaal in kenmerkende agriturismo stijl ingericht; plavuizen vloer met veelal een houten plafond en voorzien van tv, internet en een badkamer met douche/toilet en ligbad.
Op aanraden van Rosa (Sicilaan) van That’s Amore (traiteur & delicatessenzaak) in Den Haag, gaan we vandaag een bezoek brengen aan het wijnlandgoed: Azienda Agricole Quignones in Licata (100 km rijden). Naast de TomTom volgt Cees de route nu ook via de wegenkaart van heel Sicilië, die ik heb meegenomen. We staan in contact met Angelo die we bellen als we in het stadje zijn aangekomen en met de Dart op een kleine piazza zijn blijven steken. We durven namelijk niet de hele smalle straatjes verder in te rijden. De straten zien er breed genoeg uit om met een smalle auto doorheen te rijden, maar je moet de portieren dan wel gesloten houden, dus met een Dart proberen we het niet eens. Ondertussen genieten we even van een kop koffie in het plaatselijke barretje. Alfredo komt ons hier ophalen en brengt ons naar zijn landgoed in the middle of nowhere. We brengen hem de hartelijke groeten over van Saro en hij neemt ons mee op een tour door zijn wijn- en olijfbomengaard. Ook worden we uitgenodigd om wat wijn te proeven. Ik drink niet zo veel, omdat ik nog terug moet rijden, maar Cees raakt al aardig beneveld. Op Sicilië geldt de 0,5 promille-grens. Het is maar goed dat ze ons ’s avonds niet gemeten hebben, dan hadden we de 500 promille-grens wel gehaald met al die wijn bij het eten 🙂 We praten nog gezellig wat na en genieten van het aangename gezelschap van Angelo en Alfredo. Ik zoek nog wat flessen wijn uit om mee naar huis te nemen. Blijkt, dat we daar niet voor hoeven te betalen. We krijgen ze zo mee. Dat is een verassing! Ze zijn echt heel trots op hun produkten, en terecht, vinden wij, en ze vinden het geweldig dat je vanuit Nederland hun landgoed komt bezichtigen en, dat wij in Nederland hun wijn kopen. Ik ben nl. dol op hun Nero d’Avola en Passito-wijn van (half)gedroogde druiven. Dan nemen we hartelijk afscheid. Geheel voldaan keren we terug naar onze agriturismo.
www.quignones.it
www.thatsamore.nl
In west en centraal Sicilië wordt het landschap gedomineerd door heuvels. In dit heuvelachtige landschap domineert de landbouw (wat nog steeds de belangrijkste economische activiteit is), er zijn weinig bossen (de grote groene wouden bevinden zich waarschijnlijk in het noorden), hitte en droogte hebben toegeslagen, er staan veel cactussen en de huizen in de buitenwijken van de steden en dorpen zijn blokachtig (betonnen woonblokken van na de oorlog), die de blik op de middeleeuwse stadskern belemmeren.
Voor het rijden over de binnenwegen, bijvoorbeeld door de bergen, moet je voldoende tijd uittrekken. We komen er wel achter dat het een illussie is om het eiland in enkele dagen te kunnen bekijken. De meeste toeristische plaatsen, de gehele oostkust, dus ook de Etna en alle drukte eromheen, laten we lekker links liggen. Het is vanaf hier toch ook wel een aardig eindje rijden, eigenlijk. We houden ons gemak. We willen eigenlijk het binnenland verkennen en hebben onze pijlen gericht op het westen.
Hoeve Baglio Vecchio tussen de plaatsen Menfi en Castelvetrano – 3 nachten – westelijk Sicilië
Een accommodatie omringd door vele hectaren vol met olijfbomen en glooiende wijngaarden die je helemaal onderdompelt in de rust van het Siciliaanse platteland. Een klein landgoed uit de 18e eeuw waar je hartelijk wordt ontvangen voor een rustig en uiterst aangenaam verblijf. De traditionele Siciliaanse gastvrijheid wordt op harmonieuze wijze gecombineerd met perfecte service en aandacht voor detail. De hoeve beschikt over slechts 10 kamers die gelegen zijn rond de Baglio (= binnentuin). Ook hier is onze kamer voorzien van tv, airconditioning, satelliet en een badkamer. In het restaurant worden ons de heerlijkste locale gerechten voorgezet, bereid van eigen geteelde, veelal biologische produkten. We vinden hier verkoeling in het fraaie, met palmen omgeven zwembad.
We gaan vandaag het binnenland verkennen. Eerst de Dart even voltanken in Partanna. Cees is ondertussen de strijd aangegaan met de wegenkaart: “Jeetje, het lijkt de Haagsche Courant wel, die is ook niet in model te krijgen”.
Vandaag hebben we weliswaar maar een klein deel van het binnenland gezien, maar ik had eigenlijk ‘The Godfather’-achtige taferelen verwacht, dorre heuvellandschappen met cactussen, winderige en harde hoogvlaktes, ruw, ontoegankelijk, een beetje wild west-achtige plaatjes, een bar langs een straat, met houten stoelen voor de deur, zeg maar. Hier dan een stukje verwachtingsmanagement. Dat Sicilië bestaat niet. Net zo min als iedereen in Volendam nog op klompen loopt.
Wel zien we in de verte een dorp liggen, bestaande uit alleen maar ruines die nooit zijn opgeruimd. Het blijkt te gaan om Ruderi di Poggioreale en Ruderi di Gibellina. Dit gebied is in 1968 door een aardbeving totaal verwoest en nooit herbouwd. Toeristen zijn er niet. Het is er stil en verlaten. Het ziet eruit alsof er een bombardement heeft plaatsgevonden. Spooky. We keren om en rijden door.
We proberen de nederzetting uit de Griekse oudheid – Selinunte – te vinden, wat niet meevalt door de slechte bewegwijzering (richtingsborden ontbreken vaak ter plaatse). De logica van borden en afslagen ontgaat ons een beetje. De TomTom biedt in dit geval ook geen hulp, want deze archeologische vindplaats heeft geen straatadres met bijbehorend nummer. Dan eerst maar even lunchen in een gezellig restaurant dat we toevallig passeren. Daar we in de agriturismo’s vlees eten, kiezen we hier voor een vismenu. Het beste eten op Sicilië komt uit zee, maar ik heb nog geen vis geproefd! Ik kies voor zwaardvis zachtjes gestoofd in tomatensaus en Cees neemt een mix van gegrilde vis. Als we na het eten onze tocht voortzetten komen we uiteindelijk aan bij de acropolis waar we de resten van 5 tempels kunnen bezichtigen. We moeten entreegeld betalen om überhaupt wat te kunnen zien, wat ook logisch is, eigenlijk, maar we hebben er geen zin in en rijden, na een rondje lopen, weer terug naar onze agriturismo. Daar worden we ontvangen door de eigenaar die ons een glas witte wijn aanbiedt op het terras. Blijkt er hier in de oude schuur een in goede staat verkerende Rolls Royce uit 67 te staan die ons door de trotse eigenaar wordt geshowd en voorgereden. Ook staan er nog twee zeer oude Italiaanse klassiekers die we uitvoerig bekijken.
Het wordt erg gezellig als we deze avond in onze agriturismo met een stel uit Eindhoven aan tafel schuiven voor het diner. Flessen wijn gaan open en we borrelen er lekker op los. Laat op de avond, als we ons bed opzoeken, loopt Cees niet helemaal waterpas meer, maar red het op eigen kracht boven te komen.
We rijden de volgende dag naar de westkust. Op Sicilië zijn de pompstations vaak niet direct aan de snelweg gelegen, waardoor je vrijwel altijd de snelweg moet verlaten. Dit geldt met name op het traject Palermo – Trapani – Mazara del Vello, die wij vandaag voor een groot gedeelte volgen. Daar wij toch vaker voor de binnenwegen kiezen en door dorpjes en stadjes rijden, is het vinden van een benzinestation geen probleem. Maar we tanken eerst de Dart weer vol in Partanna. Ik heb eigenlijk nooit eens goed uitgerekend hoe ‘zuinig’ de Dart rijdt: maar 1:5 haalt ‘ie wel … De benzine is hier trouwens ook echt duur: € 1.96 voor 1 liter benzine! Ze zien ons graag komen, vooral als je € 60,– contant afrekend. Wij subsidiëren de Sicilianen graag, geen probleem.
Eerst doen we Segesta aan. We zien hier een van de oudste archeologische vindplaatsen. Opvallend is dat Segesta geen moderne periferie heeft. De Griekse overblijfselen liggen te midden van de groene heuvels. We bezichtigen alleen de op een plateau nabij de parkeerplaats gelegen prachtige Dorische tempel. Deze, uit de 5e eeuw v. Chr. stammende tempel is de mooiste en de best bewaard gebleven tempel van heel Sicilië.
De mystieke berg
We rijden verder richting Trapani. Vanaf de hoofdweg kronkelt een avontuurlijke weg zich tot in het bergdorp Erice; gesticht door de Elymiërs, een van de oudste steden van Sicilië. Erice ligt op een grote rots die zich boven Trapani verheft. Dé uitdaging voor de Dart! Dit hooggelegen dorpje (751 m), een oud vestingstadje dat spectaculair gebouwd is op de top van een steile berg, heeft een middeleeuws centrum dat vrijwel nog geheel in tact is. We rijden eerst weer eens de verkeerde kant uit, maar dan beginnen we aan de kronkelende steile klim omhoog. Sommige haarspeltbochten zijn zo krap, dat we telkens een keer moeten steken. Het is gewoon een genot om in de Dart te rijden, dan, zo soepel en makkelijk neemt hij dit traject. De Dart vreet dit als zoete koek. Ik wist niet dat de Dart zoveel in z’n mars had, maar ja, Nederland is ook zo plat. Leuk, hoor, om met zo’n oud V8-beestje te toeren! Bovenaan gekomen zetten we de Dart op de parkeerplaats en lopen we via de middeleeuwse stadpoort, Porta Trapani, Erice binnen; een stad van steegjes met kasseien, imposante barokbalkons, votiefnissen en verborgen binnenplaatsen, keramiek- en bijouterietwinkeltjes en chique restaurants.
Vanuit Erice dalen we weer af en rijden zuidelijk richting Trapani, waar de bekende zoutweg, de Via del Sale, begint. Deze loopt van Trapani naar Marsala en slingert langs allerlei bassins vol zeezout. Wind, zon, zeewater en een goede ligging – meer is niet nodig voor de zoutwinning. In de zoutmijnen van Mozia is het water zo laag, dat het een zoutgehalte van 3% heeft – elders in de Middellandse Zee bedraagt het maar 1%. In maart, als het water warmer wordt, begint men hier met de zoutwinning – al sinds duizenden jaren volgens dezelfde methode. De beide zouttuinen, Ettore en Infersa, hebben verscheidene bassins die door talrijke sluizen en kanalen met elkaar in verbinding staan. Tijdens de vloed wordt er zeewater in de eerste bassins gespoeld – de zogenaamde koude bassins. Van hieruit wordt het water met behulp van molens naar de dieper gelegen en warmere bassins gepompt. Het stroomt door verschillende bassins, voordat er in het kristallisatiebassin geleidelijk aan pure en steeds wittere kristallen ontstaan, die in juli een dikke zoutlaag van 8 tot 9 cm vormen op de bodem van het bassin. Nu is het tijdstip gekomen om het resterende water volledig uit het bassin te laten lopen. De zoutwerkers kunnen nu met hun spades de korst openbreken. De korst beschermt het zout en zorgt ervoor dat het mooi wit blijft. In de zoutmijnen van Apulië wordt een geheel andere methode gebruikt. Daar geeft men het zout niet zoveel tijd en wordt er veel vaker geoogst. Met als gevolg dat het zout er grauwer uitziet en gereinigd moet worden. Da salinari, de zoutwerkers die meestal al generaties lang in de zoutmijnen werken, lopen met kruiwagens vol van de witte vracht naar de randen van de bassins en stapelen het zout in de verzengende hitte totdat er heuvels ontstaan. Hoeveel volle kruiwagens er op een heuvel gaan, is exact vastgelegd. Maar er wordt van niemand verwacht dat hij zijn eigen aantal kruiwagens bijhoudt. Dat werk wordt uitgevoerd door een arbeider die al zingend precies laat weten hoe ver het ermee is.
Gedurende de zomer wordt er driemaal geoogst, behalve in juli ook in augustus en in september. Voordat de winter komt, worden de zoutheuvels bedekt met dakpannen, die het kostbare goed tegen regen en wind beschermen. Zo kan het zout onder de kap van dakpannen drogen en wordt het ook niet door de wind weggewaaid.
Je ziet ook her en der kleine zoutmolentjes staan. De zoutmolens, die rond 1500 werden gebouwd, worden door windwieken aangedreven, houten geraamtes, die met een zeildoek bespannen zijn, afhankelijk van de windsterkte drie tot zes.
We brengen een bezoek aan het zoutmuseum in Nubia waar we het verse zout kopen. Het zout wordt verkocht als ‘sale integrale’, volkorenzout. Het bevat geen hulpmiddelen die ervoor zorgen dat het zout strooibaar is en is dus iets vochtiger dan wij gewend zijn. En omdat het veel magnesium bevat, heb je er minder van nodig dan van ‘normaal’ zout.
We volgen de kustweg richting Marsala. De kustvlaktes van westelijk Sicilië tussen Trapani en Marsala barsten bijna van de goedverzorgde landbouw. Dicht bij de zee zijn er wijngaarden en olijfbomen, en meer landinwaarts staan de valleien vol met tarwe, carobe en meer druiven en olijfbomen. We hebben vandaag iets van 165 km gereden.
Dag 14 (donderdag)
De laatste dag op het eiland
Dan zit onze Siciliëvakantie erop. Lekker twee weken kunnen rijden zonder dat het heeft geregent!
De inscheping aan boord vindt pas in de avond plaats (23.00 uur). Aan de haven in Palermo liggen de schepen van Grandi Navi Veloci aan de kade, direct aan de rand van het stadscentrum. We volgen in Palermo de borden ‘Porto’, die ons door de buitenwijken van de stad naar de ingangspoort van het haventerrein leiden. Alles gaat voorspoedig: we rijden de haven binnen en parkeren de Dart. We doden de rest van de tijd door wat te eten bij een trattoria in de haventerminal, wat rond te kijken naar alle bedrijvigheid – verderop liggen twee cruischepen van de Holland Amerika Line aangemeerd. Dan begint het zo aan het einde van de middag zoetjes aan drukker te worden. Auto’s worden dubbel geparkeerd om nog even een ticket voor de boot te kopen. Vrachtwagens die af en aan rijden wordt zodoende de weg versperd. Het wordt een zooitje. Uiteindelijk moet de politie er aan te pas komen om de mensen weg te sturen. Maar niemand komt echt in beweging of is onder de indruk. Pas wanneer er bonnenboekjes tevoorschijn worden gehaald, lopen ze snel naar hun auto om die te verplaatsen. Er komt schot in de zaak. Echter, zodra de politie de hielen licht, wordt de boel weer opgevuld. We besluiten de Dart hier tussenuit te manoeuvreren om richting de juiste terminal te rijden om in te checken. Daar is het wat rustiger en we wachten tot we aan boord kunnen van de ‘La Suprema’. We overnachten in een comfortabele buitenhut, dit keer wel met vrij uitzicht.
Dag 15 (vrijdag)
Stop-over-hotel
De aankomst in Genua is vrij laat. Na ontscheping rijden we naar ons hotel ‘Londra’ in Alessandria (79 km via de A7). Het hotel ligt letterlijk op een steenworp afstand van het treinstation. We komen daar rond 22.30 uur aan. Ik schrik even als er geen parkeerplaats voor de Dart blijkt te zijn. Ik leg de receptionist uit, dat ik niet graag mijn 69er Dodge Dart buiten op straat wil laten staan zonder alarm. Hij denkt gelukkig met me mee en zoekt naar een oplossing. Als hij zijn auto weghaalt komt er een plekje vrij voor de ingang van het hotel. Hij vraagt of dat oké is. Nou, super! Cees neemt even het stuur van mij over, want de Dart moet in dat kleine plekje, dat vrijgekomen is, gevouwen worden. Ik ben tevreden, ik kan zelfs vanuit onze hotelkamer de Dart zien staan! Ook wordt er voor ons nog even geregeld dat we in de pizzeria om de hoek een pizza kunnen eten; ze waren de zaak al aan het sluiten. De kok vindt het geen probleem, alleen, omdat wij in zo’n gave auto rijden, zegt hij 🙂
Dag 16 – 17 (zaterdag, zondag)
Huiswaarts/autoslaaptrein – Het hotel tussen de rails
Richting Nederland vertrekken de treinen laat in de middag (16.00 uur), maar we zetten de Dart om 10.30 uur al in line voor het oplaadperron van het station. We vermaken ons wel.
Ook de terugweg is heel ontspannen. Tijdens een smakelijk diner in de restaurantwagen genieten we weer van het prachtige landschap. Op het grensstation in Domodossola tussen Italië en Zwitserland, wordt de ArenaWays locomotief verwisseld voor twee Zwitserse locomotieven. Na een rustige nacht worden we wakker tegen de tijd dat de trein Venlo bereikt. Het is dan nog maar een uurtje naar Den Bosch. Welkom terug in Natterland!
EPILOOG
We hebben het getroffen met temperaturen tussen de 26 -30°C.
Eten en drinken in het hart van het Middellandse Zeegebied betekent ook altijd een reis door de tijd en de cultuur van lang vervlogen tijdperken. De fantasie van de Siciliaanse koks staat er borg voor dat het een hoogst individuele interpretatie van een veelzijdige keuken wordt: bont, zoet, stevig, geurig, exotisch, wortelend in eigen bodem en vaak geheimzinnig. Precies als het eiland zelf.
Stoïcijns, conservatief, argwanend en bijgelovig of zelfverzekerd, gevoelig, eerlijk en gastvrij? De Sicilianen zijn een volk met twee kanten. Maar wat een mooie mensen zijn het, zo hulpvaardig met een overweldigende gastvrijheid en een grenzeloze nieuwsgierigheid. Ons stuk onvervalst Amerikaans ijzer trekt hier sterk de aandacht. Bewoners die ons nakijken en glimlachen als we langs hobbelen, en als je ergens stopt is er altijd wel een Siciliaan die een praatje wil maken en die we soms met moeite een beetje verstaan. En dan leggen we uit, met handen en voeten, half Engels, half Italiaans, dat het om een Dodge gaat uit 69 (“Ah, sessantanova”). Een andere Siciliaan helpt ons geduldig bij de betaalautomaat van een benzinestation als hij ziet dat we een beetje staan te tobben, en vraagt waar we vandaan komen. Weer een ander komt gewoon midden op de weg met zijn auto naast ons staan, draait zijn raampje open en begint een praatje. Hij zegt dat we een te gekke auto hebben en dat hij een liefhebber is van klassiekers. En dan niet te vergeten de vele Amerikaanse toeristen op dit eiland, die de Dart natuurlijk direct herkennen, en foto’s maken. Of die Amerikaanse militair in Enna, die bij het horen van onze V8 zich meteen omdraait en zijn hand omhoog steekt ter begroeting.
Maar ook op het perron in Den Bosch blijven opmerkingen niet uit: “Je hebt een goede smaak”, “Je hebt de mooiste auto op de hele trein”, of “Stoer, dat je h’m er zelf oprijdt” tot handengeklap als ik de Dart brullend de trein afrijd het perron op.
Het was buitengewoon genieten om met onze 43 jaar oude Dodge Dart zo te rijden; een trip om nooit te vergeten. We moeten er uiteraard nog eens terug, maar dan in het voorjaar, als alles groen is, de heuvels nergens ruw zijn, alles glooit, met hier en daar een veld in bloei. Er valt nog zoveel te ontdekken op dit buitengewone eiland.
De Dart is bulletproof bevonden na trouwe dienst op dit avontuurlijke rondje Sicilië. Nu wordt het tijd voor het echte werk, de toekomstige complexe bergpassen die we willen rijden. Daarbij vergeleken zal dit een oefenrondje blijken. Maar, voordat het zover is, wil ik eerst wat tellers inbouwen voor watertemperatuur en oliedruk en ook nog een metertje voor de temperatuur van de automaatolie.
MoPar or NoCar