Race Cursus TT circuit Assen

Race licentie halen op het TT-circuit in Assen, 20-21 maart 2014

Photobucket

Inleiding
Om mijn Dart beter te leren kennen – voor meer Dart control op de weg, zeg maar – heb ik mij ingeschreven voor de race cursus op het schitterende TT-circuit in Assen.

De 3-daagse race cursus (EU-licentie) vind ik te duur maar de 24-uurs cursus (Club-licentie), de compacte variant ervan, is voor mij wel op te brengen. Het gevolg is dan wel, dat je halverwege de 3-daagse cursus invalt, daar waar de rest van de deelnemers al 1,5 dag bezig zijn met rijden. Maar de compacte cursustijd wordt goedgemaakt door kleinere groepen, namelijk 1 instructeur op 2 deelnemers.

Okay, 24-uurs race cursus dus, oftewel gediplomeerd coureur. Racelicenties worden verstrekt door de KNAF, de overkoepelende autosportfederatie voor Nederland, aan een ieder die zich voldoende kundig toont om zich op een circuit te begeven zonder anderen ondersteboven te rijden. Of zich af te vragen wie er jarig is wanneer er met gekleurde vlaggetjes gezwaaid wordt. Maar ik ben in eerste instantie niet echt op jacht naar die zogenaamde felbegeerde KNAF startlicentie die de mogelijkheid biedt tot racen in de GT- of zelfs Formuleracerij, of anders tijdens een van de vele circuitdagjes vol clubraces. Mij gaat het om de techniek, om mijn Dart onder controle te houden in overstuur en onderstuur situaties, zijn grenzen op te zoeken, hoe ‘ie reageert op het wegdek in al dat bochtenwerk op een natte en een droge baan e.d. èn, dat in een 24 uur achtereen ‘onderdompeling’ op één van Europa’s snelste circuits. Het wordt rijden, rijden en nog eens rijden. Ik ga een etmaal lang onbeperkt snel en plezierig naar de limiet toe leren racen!

In de avonduren staat er theorieles op het programma, want ook in de hitte van de competitie zijn er tal van wetmatigheden op het gebied van voertuigdynamiek en racing science: het ‘lezen’ van een circuit, het belang van de juiste rem- en instuurpunten, de ‘ideale lijnen’, onder- en overstuur en natuurlijk de algemene race-etiquette. De cursus wordt verzorgt met inzet van toplieden uit de Nederlandse autosport.

De kosten zijn voor mij best wel pittig, maar daar zit dan bij inbegrepen: baanhuur, instructie, catering, lesboek, examenkosten, hotelovernachting en diner. Hûh, heb ik het benzinegeld nog niet meegerekend… O ja, de adrenaline krijg je er gratis bij.

Het programma:
Dag 1
14.00 – 14.45 Ontvangst en theorie
15.00 – 17.00 Race training op het circuit
17.15 Inchecken in hotel Van der Valk Assen
17.30 – 19.45 Theorieles en proefexamen
20.00 Diner restaurant

Dag 2
9.00 Ontvangst en korte uitleg
9.30 – 12.00 Race training
12.00 – 12.45 Lunch
12.45 – 14.00 Race training
14.00 – 15.30 Race training voor examen
16.00 – 17.00 Theorie en Praktijk examen
17.00 – 18.00 Uitslag examen met afsluitend drankje en hapje.

Photobucket

De racecursus – het gevecht met de bochten

Dag 1
Ik heb lang uitgekeken naar deze dag, maar eindelijk rij ik dan voor de eerste cursusdag naar Assen om daar om 14.00 uur in het Paddock Restaurant van het TT-circuit te verschijnen. Na ontvangst door Simone krijg ik te horen dat ik de enige deelneemster ben voor de 24-uurs race cursus. Ze hebben voor mij een topcoureur, Rober, bereid kunnen vinden mij 1 op 1 te trainen en te coachen!!

Ik heb vorig jaar de Dart voorzien van een geheel nieuw remmensysteem voor (nieuwe remschijven en blokken) en eerder al had ik de remtrommels achter vernieuwd. Gelukkig maar. Bleek geen overbodige luxe; ik had tijdens deze cursus op zeker de oude remschijven, van erbarmelijke staat, in tweeën getrapt.

We gaan eerst een stukje theorie behandelen zoals zit- en stuurhouding, bochtentechniek, ideale lijnen, het remmen, onder- en overstuur. Omdat de Dart een klassieker is gaan we ‘old school’ rijden, dat betekent iets andere lijnen en snelheden rijden. Het is trouwens mooi weer vandaag wat betekent dat we een droge baan hebben.

We beginnen, na deze korte uitleg, al snel met rijden. OK, ik ga de Dart voorstellen aan Rober: geen racestoel met vijfpuntsgordel, geen rolkooi en geen fijn, klein racestuurtje. Nu maar eens kijken hoe ‘ie rijdt. Hij neemt de eerste 2 ronden voor zijn rekening om te kijken wat ‘ie doet; te voelen hoe de Dart reageert op de droge baan. Dit is meteen al kicken en het verbaasd mij hoeveel grip de Dart heeft op het asfalt. We gaan met volle snelheid door de bochten met hier en daar piepende banden. We worden omringd door een veld met allemaal coureurs in wording aan het stuur (de overige deelnemers van de 3-daagse cursus). We worden natuurlijk constant ingehaald, maar zodra ze voorbij zijn zetten wij onze koers weer voort. Na 2 ronden smeken de banden om genade! Lekker bezig. Dan rijdt Rober de pitstraat in en neem ik het stuur over.

Als circuit-maagd leer ik de eerste minuten al meteen erg veel. Hoezeer je op je snelheid moet letten bij de Ossebroeken (een combinatiebocht waar geen eind aan lijkt te komen), hoe uitdagend de Ramshoek kan zijn (als je lef hebt kan je deze bocht vol gas met maar een beetje remmen nemen), hoe de Haarbocht misschien wel het schoolvoorbeeld is van slow in, fast out (genoeg afremmen voor de bocht, de goede lijn opzoeken, zodat je er met veel snelheid weer uit kunt komen). Ik voel dat de Dart als een bromvlieg aan de weg kleeft. So much grip, so much fun! Een paar keer ervaar ik duidelijk onderstuur. De Dart wil dan over de voorwielen rechtdoor de bocht uit, omdat de snelheid (recht doorgaande massa) waarmee ik de bocht in stuur te hoog is en de banden grip dreigen te verliezen.

Wel apart, zo’n loungebank in de auto, meent Rober, dat heeft hij nog nooit meegemaakt. Bij de eerste bocht rolde hij zo ongeveer al op mijn schoot. Wel lekker knus!

Het gevecht met tegenstanders verlies ik al snel. Die dekselse BMW’s rijden mij er constant uit; maar daar stoor ik mij echt niet aan. Ik blijf mij concentreren op het rijden van mijn eigen lijnen in het bochtenwerk. Als we de Strubben uitkomen kan ik voluit accelereren de Veenslag op, het langste rechte stuk, zo’n kwart mile – een dragstrip waardig: ‘pedal to the metal’. Met wat een kilometertje of 140 moet zijn geweest (en de Dart valt niet eens uit elkaar !?!) moet ik op tijd afremmen voor de GT-bocht. Hier is het rustig insturen en snel de bocht uitkomen.

De fijne kneepjes worden er door Rober bij mij van meet af aan ingestampt: zoek de lijn op, niet te vroeg insturen, open het stuur en geef geleidelijk gas bij het uitkomen van een bocht, dus, de Dart niet te krap houden en gebruik de hele breedte van de baan, neem een bocht in één beweging, zodat je halverwege niet bij hoeft te sturen. De conditie van de banden is goed, het asfalt is droog dus ik kan met maximale snelheid door de bochten en maximaal remmen. Om zo hard mogelijk te remmen moet ik tegen het blokkeren van de banden aan remmen, dan is de vertraging van de auto het grootst. De remschijven worden aardig heet hierdoor. Dit is echt topsport en best vermoeiend om zo lang geconcentreerd en gefocust te blijven. Af en toe gaan we dan ook even de baan af om iets te drinken of om alleen maar even een luchtje te scheppen.

Ik mag de Dart aan het einde van de middag in de pitbox achter laten en rij met Rober mee naar het Van der Valk hotel. Hier leer ik de andere deelnemers beter kennen. Na een theorieles van 2,5 uur waarin het materiaal dat we van tevoren moesten leren nog even uitgebreid behandelen – wat te doen bij welke vlaggen, als de safetycar de baan op komt, als de motor plots uitvalt of als je na afloop van een race het niet eens bent met de uitslag (hint: ‘slaan’ is niet het goede antwoord) – volgt het diner en ga ik niet echt bijtijds op bed aan. Als ik mijn ogen dicht doe, droom ik van bochten en alleen maar bochten.

De weersvoorspelling zegt dat het morgen zomaar eens zou kunnen gaan regenen. Dat betekent voor mij wel een heel nieuwe uitdaging, denk ik zo maar.

Photobucket

TT-circuit, een ideale leerplek

Dag 2
Ja hoor, het regent vandaag. De baan is kletsnat. Iedereen krijgt in het begin van de ochtend mee het rustig op te bouwen en niet als een gek te gaan trappen. Rober pakt de Dart weer de eerste twee ronden. Iedereen gaat serieus en gefocust te werk, zo merk ik op de baan. De snelheden van de andere wagens liggen iets lager dan gisteren en Rober weet bij een BMW aan te haken, die hij dan ook moeiteloos in een bocht weet in te halen, maar die vervolgens op het rechte stuk moeiteloos bij ons wegloopt, maar waar Rober in de bochten dan puur op lijnen weer bij kan komen. Echt gaaf! Ik zit te genieten, maar vind het ondertussen toch ook wel heel erg spannend.

De Dart heeft op de natte baan een nogal wiebelig kontje. Alhoewel ik het doodeng vind, is het toch ook wel leerzaam om weer even het gevoel te krijgen van een alle kanten op glibberende auto, zeker op de natte baan. Wat nou gewillig stuurgedrag en een snaarstrakke wegligging? Geen echt racertje, dus, maar één waarmee je je op een nat circuit zo’n beetje te pletter rijdt als je een fout maakt. De Dart heeft een heel eigen karakter en daar heb ik mee te dealen. Vloeiend remmen, vloeiend sturen dus en je snelheid aanpassen.

Ik heb de neiging om de Dart te krap te houden met sturen, bemerkte mijn instructeur gisteren al. Ik wordt daar vandaag op een natte baan direct voor afgestraft. In Stekkenwal (een hele snelle bocht met een grintbak ernaast) zwiept de achterkant van de Dart naar buiten en maait het gras. We verlaten ongecontroleerd de baan links en komen tot abrupte stilstand in de grindbak. Ik schrik me te pletter vooral ook omdat de snelheid zo hoog ligt. Tsja, en dan je voet nog op het gaspedaal hebben in plaats van op de rem! ‘Zo, heb ik dat ook een keer meegemaakt’. We rijden hierna door naar de pitstraat om daar even door te nemen wat er nou fout is gegaan en voor een korte ‘time-out’. Het wordt wel even moeilijk voor mij en op het toilet ga ik met opmerkzame bewustzijn mijn aandacht terugleiden naar mijn ademhaling en mijn gedachten tot rust brengen. Na ook nog even benzine te hebben getankt rij ik de pitstraat weer in om Rober op te pikken terug het circuit op.

Als de Dart aan de achterkant grip verliest (overstuur) moet ik gaan tegensturen om de auto weer in de goede richting te krijgen. Tegensturen en kijken in de richting waar ik wil uitkomen met de auto. Kijken is heel belangrijk, want waar je naar toe kijkt daar stuur je ook meestal naar toe. Kijk dus nooit naar het gevaar maar altijd naar de oplossing. Kan ik niet meer tegensturen omdat de maximale stuuruitslag bereikt is, en sta ik bijna haaks op de baan, dan moet ik vol op de rem trappen zodat de wielen gaan blokkeren Een groot voordeel hiervan is dat de auto de laatst aangenomen richting op blijft glijden.

Ik moet de grenzen beter leren aanvoelen. Nét wat meer durven. Het duurt geen twee rondjes of ik zeil alweer vol vertrouwen dit keer, de bocht uit en kom aan de rand van het asfalt tot stilstand. Niets aan de hand. Vlug keer ik de Dart en rij het circuit weer op. Niet zelden is er vandaag schade te betreuren aan auto’s van overmoedige deelnemers. De kans dat ik de Dart wel eens tegen de vangrail aan kan zetten is hier reëel aanwezig. Rober stuurt mij de parkeerplaats op en laat mij daar 8-tjes draaien om mij het gevoel te geven wat er gebeurt. Dan leg ik ook nog even wat rubber op de weg met een burn-out.

Bij het eigenlijke praktijkexamen aan het einde van de middag is de baan weer droog en hebben we weer maximale grip, zeker tegen de tijd dat wij moeten rijden is de baan zo’n beetje droog gereden! We starten in de laatste groep achteraan: 5 ronden rijden, waarbij er op belangrijke punten langs het circuit mensen van de KNAF staan die je tijstijl beoordelen op kunde en veiligheid.

Ik dacht eerst het examen maar te skippen. Ik weet dat ik aan de examinatoren niet datgene kan laten zien (nog te weinig oefening en zelfvertrouwen) wat ze graag willen zien en dan ook nog eens met zo’n géén racewagen. Kansloos eigenlijk. Maar met Rober ernaast besluit ik toch het examen in te gaan. We zien wel.

Natuurlijk slaag je niet met een coureur naast je tijdens een examen, maar hij heeft mij wel in die laatste 5 ronden een niveau hoger gebracht EN de examendruk heeft eindelijk mijn bloed sneller doen stromen: ‘hè, hè, adrenaline kicks in’. The fun is back.

Op de nu droge baan durf ik weer meer gas te geven. Put it in ‘D’ and leave it alone. Het gevoel van het slippen van de banden op het droge wegdek, de trottel responce, het remmen in de bochten, het geluid van de uitlaat: Exiting, its a Dodge feel! Ik kan beter, en ik ga het nú laten zien. Remmen, insturen, gas. Rij je lijnen. Zoek de snelheid. Ik stort mijn hart in de bocht, kijk vooruit en de rest volgt vanzelf. Plots is daar de finishvlag en is mijn tijd op Assen voorbij. Veel te vroeg eigenlijk.

De rijtijd werd gedurende deze cursus optimaal benut, want dit is toch wel een eerste vereiste om het racen onder de knie te krijgen. Dan is 1,5 dag voor mij toch wel te kort. Ik ga net de smaak te pakken krijgen, ben in de juiste flow, wanneer de cursus ten einde loopt.

Na het theorie-examen – 20 multiple-choice vragen – wachten we gespannen op de uitslag. Ik heb het niet gehaald, maar dat was te verwachten. Ach, een licentie in je la en dan? Trots aan iedereen vertellen dat je hem hebt gehaald en er vervolgens niets meer mee doen? Ik heb het geweldig naar mijn zin gehad!! En, mijn doel is bereikt.

Op de terugweg naar huis overvalt mij een euforisch gevoel. Ik rij nu met een heel ander gevoel op de weg, er is wezenlijk iets veranderd. Ik ben nu veel meer één met mijn auto.

Ik heb de afgelopen dagen de grenzen van de Dart opgezocht en overschreden. Ook mijn eigen grenzen heb ik opgezocht en overschreden. De Dart heeft mij zo’n beetje alle hoeken van mijn ziel laten voelen: angsten, onzekerheden, ik heb alles weer eens doorvoeld en doorleefd, zeg maar, o ja, en overleefd.

De cursus is een duur-test gebleken voor wat betreft het materiaal en de Dart is er glansrijk doorheen gekomen. Wij zijn klaar voor de ‘extreme and dangerous roads’!

Photobucket

Photobucket

Women in their 40s behind the wheel of cars with big engines are the most polite motorists.
But beware of young men under 21 in cars with engines less than 1,5..cc.
They are the rudest on the road and terrorize other motorists.

PRODRIVE RACE & RALLY
by Paul & Mark Maaskant