Tip 1
Zet je ruitenwisser aan voordat je in de modder plonst. Als er een dikke laag modder op je voorruit ligt zullen de ruitenwissers namelijk niet in staat zijn de dikke klonten weg te vegen.
Tip 2
Over het algemeen is het beter om in het terrein te voorkomen dat je wielen gaan spinnen, maar in modderige gedeelten zul je juist flink moeten gassen om de modder in het bandenprofiel te lossen. Je graaft als het ware de zachte bovenlaag af, zodat je op de hardere ondergrond weer wat grip kunt krijgen om voorruit te komen.
Tip 3
Wees extra voorzichtig bij modderpoelen waar nog geen sporen doorheen lopen. Iemand zal de eerste moeten zijn, maar je hebt wel kans dieper weg te zakken dan je verwacht. Bij twijfel kun je met een lange stok eerst even de diepte proberen te peilen. Houd er ook rekening mee dat onder water misschien palen of takken kunnen liggen, wat je een remleiding of carterpan kan kosten.
Tip 4
Als je al zo’n donkerbruin vermoeden hebt dat je halverwege de modderpoel misschien wel eens een klein beetje vast zou kunnen komen te zitten, maak dan voor de zekerheid maar voor en/of achter een sleeplint vast. Op het moment dat je in de blub vast staat met je bumper onder water, is het niet echt gemakkelijk zoeken naar een sleepoog.
Tip 5
Zorg dat je weet waar je heen gaat. Als je niet weet wat er aan de andere kant van de heuvel is die je gaat beklimmen, stap dan uit en verken de situatie eerst te voet. Je voorkomt zo het risico dat je over de top rijdt en vervolgens enkel meters naar beneden stuitert, rolt of wat dan ook …
Tip 6
Mocht je vaart verliezen bij het beklimmen van een heuvel, probeer dan niet tegen de heuvel om te draaien. Je rolt waarschijnlijk om zo gauw je dwars op de heuvel staat. Laat de wagen achteruit rollen (met de automatenbak in ‘D’) en rem af (als het te hard gaat) door af en toe gas te geven.
Tip 7
Blijf bij het afdalen van een steile helling zoveel mogelijk van de remmen af. Door te remmen zullen je wielen al snel blokkeren, waardoor je schuin naar beneden glijdt (vooral bij losse of gladde ondergrond) en in het ergste geval omrolt. Gebruik je automaat om af te remmen. Schakel de transfercase in lo-lock, laat de wagen naar beneden rollen en schakel vervolgens de automaat in ‘R’. Door nu gas te geven als je te hard gaat, remt je wagen af en blijf je mooi recht.
Tip 8
Als je voelt dat je bij het beklimmen van een heuvel geen grip meer krijgt op een ondergrond van los zand of klei, draai je stuur dan snel heen en weer, ongeveer een halve slag naar iedere kant. Dit geeft je voorwielen iets meer grip, wat net genoeg kan zijn om de wagen in beweging te houden.
Tip 9
Bij een vrij lange afdaling is tip 7 niet aan te raden, omdat het niet echt goed is voor je automatenbak. Probeer in dat geval het volgende: met de transfercase weer in lo-lock en de automaat in ‘D’ rij je de helling af. Houd de remmen ingetrapt en blijf gas geven, zodanig dat de wielen nog net blijven draaien. De wielen hebben dan allemaal een (ongeveer) even grote weerstand en zullen dus allemaal evenveel aangedreven worden, waardoor je minder snel schuin naar beneden glijdt.
Tip 10
Probeer je wagen na het terreinrijden zo snel mogelijk schoon te spuiten. De modder die overal tussen zit houdt vocht vast, waardoor het plaatwerk sneller zal roesten. Daarnaast kan modder in je wielen (binnenzijde) je op de verharde weg het gevoel geven dat je in een soort kermisattractie zit. Het is uiteraard niet goed voor de verkeersveiligheid wanneer je als een stuiterbal over de weg danst en onderwijl dikke klonten modder in het rond gooit.
Driving tips door Brad DeLong van 4-Wheel Freedom
If You Don’t Like
The Way I Drive
STAY OFF THE SIDEWALK