Dodge vakantie Andorra/Pyreneeën
Offroad vakantie geboekt via 4WD naar Andorra; een ware belevenis …
Vertrek Den Haag: zaterdag 12 juli 2003, 5.15 uur
Mijlenstand : 61.922
Thuiskomst Den Haag: zondag 20 juli 2003, 10.30 uur
Mijlenstand : 64.063
Voorbereiding: oliekoeler geplaatst, alle remmen nagekeken, alles doorgesmeerd, alle vloeistofniveaus gecheckt, o ja; even de uitlaat op enkele plaatsen dichtgesmeerd om met een rustige (‘lees: niet asociale) Amerikaan aldaar de camping op te rijden.
Mijn broer woont en werkt in Lloret de Mar (Spanje). Mogelijkheden en gelegenheden ten spijt, ben ik er nooit geweest.
Had zelfs, twee jaar geleden, een 4WD vakantie geboekt naar de Pyreneeën met de bedoeling aansluitend aan Peter een bezoek te brengen. Echter, deze vakantie is nooit doorgegaan…
Eindelijk boekte ik begin dit jaar met Alain opnieuw mijn 4WD vakantie naar de Pyreneeën (Andorra) met mijn Dodge. Echter, Andorra en Lloret de Mar liggen nog een héél eind uit elkaar en Peter heeft het nogal druk met z’n werk daar; het zou er weer niet van komen om effe bij hem langs te gaan.
Dodge denkt daar anders over en komt tussenbeide. Hoe? In de file bij ring Parijs loopt de remklauw vast, jawel. Op de vluchtstrook heeft Alain deze weer los gekregen en we zijn na de file, vier uur later, weer gaan rijden. Maar ja, wij zijn bang voor herhaling in de bergen. Inmiddels heb ik iedereen al aan de lijn gehad; ouders meerdere keren, zus, Co Oskam. Iedereen denkt met ons mee. Uiteindelijk, onder het rijden en bellende met Peter, besluiten we unaniem naar Lloret de Mar af te reizen. We gooien het roer (stuur) om.
Zo gezegd, zo gedaan. In Lloret de Mar valt de uitlaat eronder vandaan. Nu moet het toch niet gekker worden…
Peter staat ons al op te wachten. Bij hem thuis heeft Alain de remklauw van zijn Dodge (Peter heeft er twee voor de deur staan, die alle twee echter niet rijden op dit moment) afgehaald en die er bij mijn Dodge opgezet. Uitlaat een beetje goed gehangen met een stuk ijzerdraad en zo konden wij onze vakantie voortzetten.
Het was een blij weerzien. Heb eindelijk zijn huis kunnen bewonderen én zijn nieuwe vriendin ontmoet.
Gevolg, we komen als laatsten op de camping in Andorra aan. We horen dat we niet de enigen zijn geweest met pech onderweg. Dodge mag blijven …
Iedere dag staat er een andere bergroute op het programma. Er staat ons nogal wat te wachten. Zo is er voor maandag de Ghost trail, 60 km – om er in te komen – genoemd naar de verlaten spookdorpjes in de bergen waar je doorheen rijdt; voor dinsdag de Dusty trail, 108 km, (stofhappen dus, want wij rijden immer achteraan met onze ‘vrachtwagen’), voor woensdag de Smokey trail, 42 km, met een 45° helling – een klim van 20 minuten. Dit zou voor ons dè uitdaging worden, reisleider gelooft niet dat Dodge de klim omhaag gaat redden. Verder de Flinstone trail, 102 km, genoemd naar de vele rotsblokken op de weg waar de 4×4 overheen moet klimmen en als klap op de vuurpijl, de Black Mountain trail, 80 km.
De eerste dag begint al goed met een Dodge die warmloopt en absoluut niet wil klimmen.
Dus op de offroadpaden (lees: klimmen, dalen en hobbel de hobbel) Dodge meteen al in de lage gearing (Lo) gezet voor meer koeling, motor op toeren houden en nu gaat het goed!
Dodge heeft overal waar wij langere tijd stil hebben gestaan, met z’n ‘bek’ opengestaan om wat af te kunnen koelen. Er zal eens niet ergens een Dodge met de motorkap open staan …
Maar goed, het zit tussen m’n oren, denk ik. Als de temperatuur van de motor iets oploopt, loopt bij mij de temperatuur ook al snel op.
Het haperen, niet willen klimmen en motor afslaan is een ander verhaal… Dit heeft Dodge een enkele keer gedaan. Alain geeft hem de sporen, want de Dodge heeft niets te willen: ‘we zullen toch, koste wat het kost, boven komen op eigen kracht…’
We zijn er aan het einde van de week uiteindelijk achter gekomen wat hiervan de oorzaak zou kunnen zijn. Het gasstuk dat direct op de carburateur is gemonteerd doet hem de das om (knijpt hem de strot dicht). Gevolg: te weinig lucht en verzuipen op benzine. Uiteindelijk op gas overgeschakeld komen we wel boven. Van de 150 pk die een Dodge bezit, komen wij er zodoende misschien wel 60 tekort. Hartstikke zonde natuurlijk. Hier moet ik wat aan doen.
Aan het einde van de dag even tanken. Shit, Dodge loopt hier in de bergen 1:2. Gelukkig is de benzine hier € 0,71 dus waar doen we moeilijk over…
Het is hier echt hobbel de hobbel. In Andorra is het net als vroegâh en hebben ze géén drempels maar kuilen. Dodge is ook niet erg comfortabel geveerd (= truck met laadvermogen), dus wij gaan wat langzamer over de keien en rijden dus weer achteraan in de groep. Je bent blij als je weer een stukje asfalt tegenkomt (hi, hi). De schroefjes vallen uit mijn dashboard. Dodge is vijf jaar ouder geworden, na deze vakantie. Gelukkig blijft de uitlaat nog goed hangen en is het geluid acceptabel (eigenlijk wel gaaf).
Soms is het met een Dodge tweemaal steken in de haarspeldbochten. Bovendien vorderen twee ongewoon scherpe bochten een meermaals rangeren boven steile afgronden. Er is géén vangrail. Je moet sterke zenuwen hebben en geen hoogtevrees, geldt ook voor de bijrijder…
De Smokey trail met 45° helling en steiler wordt spannend. Haalt ‘ie het wel òf haalt ‘ie het niet. Er wordt gebeden voor ons. Met een behoorlijke stoot adrenaline in mijn bloed beginnen we aan de zware klim van 20 minuten. Iedereen gaat afzonderlijk naar boven. Wij als laatsten van onze groep. De tussenbak gaat weer in Lo, de automaat in 1, de kachel hoogste stand voor extra koeling voor de motor (en dat bij 33°C). Dodge houdt het hoofd koel, maar wij smelten.
Makkie, de V8 brult wat harder, maar hij blijft klimmen. Dit is simpel. Tjonge, jonge, eindelijk boven staat de hele groep te juichen. De tranen staan in mijn ogen van blijdschap en spanning. We hebben het gehaald: ‘Mighty Mopar!’.
Zo, nu alleen nog maar naar beneden. Daar laat de Dodge ons in de steek. Nog steeds in de laagste gearing, maar niks remmen op de motor. Dodge stort gewoon omlaag, net een vrijevalbeleving. Het is 2400 kilo wat de berg af komt. Dus, constant remmen en stapvoets naar beneden maar, over het losse grint (de remklauwen blijven goed werken). Veel gestopt om de remmen niet roodgloeiend te laten worden, we beginnen ze te ruiken. De afdaling koste ons zodoende 1,5 uur. Iedereen had beneden al uitgebreid zitten picknicken; komen wij weer als laatsten op de camping aan.
‘s Avonds op de camping bivakkeren Alain en ik vaak op ons riante 3-zitsmeubel in de Dodge om nog wat na te kletsen over de dag. Andere gasten verklaren ons voor gek dat wij na een hele dag rijden, dan ‘s avonds nog steeds in de auto zitten. Maar ja, het is een Dodge hè. Trouwens, de keuze tussen een klapstoeltje en een bankstel is natuurlijk al gauw gemaakt!
Met de Black Mountain trail vandaag in het vooruitzicht starten we onze V8. Deze komt luidruchtig tot leven. Veel last van geluiddemping heeft ‘ie niet meer, want de uitlaat is vóór de demper afgebroken. In de dorpjes klinkt het dan ook heftig en geef ik wat extra gas. Dit trekt de aandacht. Ze hebben hier sowieso nog nooit een Dodge gezien.
Het is weer 33° buiten in de vallei. Iedereen heeft airco, maar wij hebben arko: ‘alle ramen kunnen open’. Maar op 2600 meter is het lekker koel. Er wordt weer veel geklommen vandaag en we genieten van het uitzicht. We staan halverwege de ochtend letterlijk on-top-of-the-world.
Tijdens de lunchpauze komen sommigen om de Dodge heen hangen (Dodge = hangauto) voor een praatje. Het bekende motorkaphangen ontstaat ook hier spontaan.
Ik heb in deze vakantie veel geleerd van Alain over hoe te schakelen (lees: hoe de 3-trapsautomaat te gebruiken), dus: hoe de Dodge te rijden in de bergen en alles over de automatenbak plus tussenbak en diens gebruik/werking.
Bij de Dodge is, in de loop van de week, het luie zweet er wel uit. Hij ging steeds beter werken. De terugweg is probleemloos verlopen en snel, hij rook zijn stal weer.
Met heel veel dank aan Alain, die voor mij deze vakantie mogelijk heeft gemaakt en zonder wiens hulp ik nooit zover was gekomen; aan Co Oskam, die ons heeft bijgestaan tijdens de rit om eventueel onderdelen te leveren en last but not least aan mijn broer, Peter, die ons geholpen heeft aan een goedwerkende remklauw.